StadsWeb

Stad meer dan droag brôôd

Content

StadsWeb
Er is iets aan de hand onder de Stadse kabouterbevolking. Ik vind dat ik hen weinig zie en dat de kabouters die ik de laatste tijd spreek iets afwezigs of zorgelijks over zich hebben.
Joost mag het weten
Koppig

Er is iets aan de hand onder de Stadse kabouterbevolking. Ik vind dat ik hen weinig zie en dat de kabouters die ik de laatste tijd spreek iets afwezigs of zorgelijks over zich hebben. Ik heb ook het gevoel dat er dingen zijn die ze verzwijgen. Ik heb het al eens rechtstreeks aan een van de kabouters in onze tuin gevraagd, maar hij staarde wat voor zich uit, vertelde dat hij zich niets noemenswaardigs of belangrijks kon bedenken en begon voor de zoveelste keer over de kat van de buren. Kabouters, zo weet u, zijn koppige lui.

Ik vermoed eigenlijk dat het aloude kabouterintegratievraagstuk weer aan de orde is. En het zal dan wel draaien over het gebrek aan inspraak dat we hen geboden hebben over de Stadse Dag of de nieuwe wijk achter het koelhuis. Soms moet je over eieren lopen. Het is toch al geen mooi jaar geweest voor hen, met de warme zomer en de opvolgende plenzende, stortende onweersweken. En waarschijnlijk zijn ze weer gekrenkt.

Als u dezelfde gevoelens heeft, denk ik dat het tijd wordt voor het bedenken van een plan dat de verhoudingen weer recht moet trekken. Laten we ons tolerant opstellen en de vastgelopen integratie weer proberen vlot te trekken. Onder het motto ‘Vraag eens een kabouter op de thee’ denk ik dat we ons van onze goede kant moeten laten zien. Bedenk dat ze onze huizen onderhouden, goed zijn tegen ongedierte in de tuin en bij ons doen ze zelfs de afwas volgens mijn vrouw. U wilt de opvoeding van uw kinderen toch ook niet helemaal zelf gaan doen, neem ik aan. Laten we daarom een verzoeningspoging doen. Begin klein en ga met een kannetje thee uw tuin in om eens gezellig bij te kletsen. Schaam u niet, laten wij de grootsten en de verstandigsten zijn.

Joost