StadsWeb

Stad meer dan droag brôôd

Content

StadsWeb
Joost mag het weten
Wachten

Een derde van zijn wakkere tijd brengt de moderne mens door met wachten. Op de bus, op het eten, op de postbode, op erkenning. Een derde van zijn tijd. En niemand staat erbij stil, niemand lijkt het erg te vinden. Er zijn zelfs wachtzalen, wachtlijsten, een wachttoon. Het verbaasde me eigenlijk dat er onderzoek gedaan werd naar zoiets banaals als de tijd die we kwijt zijn aan wachten, maar als je de uitkomst hoort, begrijp je de relevantie.

Nu wordt er trouwens zelfs onderzoek gedaan naar de kracht die nodig is om een dood schaap over verschillende oppervlakten te slepen, de aantrekkelijkheid voor duiven van verschillende types van standbeelden, het verband tussen liftmuziek en het aantal verkoudheden op kantoren en de gepluktheid van kippen als indicator van de windsnelheid in een tornado. Dus wachten is niet eens zo een idioot onderwerp. De genoemde voorbeelden heb ik overigens niet zelf verzonnen, er zijn echt wetenschappelijke onderzoeken over gepubliceerd door afgestudeerde types met diploma's.

Soit, wachten dus. Zelf weiger ik eraan mee te doen. Ik kan er absoluut niet tegen. Neuroten als ik, moet je telefonisch niet in de wachtstand zetten of in een wachtkamer laten plaats nemen, want dat is moreel gezien onverantwoord. Ik kan niet in een wachtzaal zitten zonder lectuur, ga als ik de woorden “Blijf aan de lijn, u wordt zodadelijk geholpen”, hoor acuut tekenen, puzzelen of schrijven en ga niet van huis zonder boek om in geval van onverhoopte wachtsituaties een stukje te kunnen lezen. Wachtlijsten zijn een obsessie voor me en ik besteed een groot deel van mijn tijd aan trucs om ze te omzeilen. Stoplichten, vertraagde treinen en reclameblokken op televisie, het wordt allemaal maar toegestaan en overheidsbeleid ontbreekt schromelijk. Waarom schrijf ik dat allemaal? In mei 2006 komt er een stoplicht op het kruispunt van de Achterdijk met de Nieuwstraat, maar ik roep u nu alvast op: Wacht Niet!

Joost