StadsWeb

Stad meer dan droag brôôd

Content

StadsWeb
'Ik mag geen suiker meer van de dokter', zei Herman Finkers. 'Niet dat ik ruzie heb met de dokter, maar ik mag toch geen suiker meer van hem.'

Door Joost van de Putte (huisarts)

'Ik mag geen suiker meer van de dokter', zei Herman Finkers. 'Niet dat ik ruzie heb met de dokter, maar ik mag toch geen suiker meer van hem.' Tegenwoordig zijn de dokters niet meer zo gespitst op suiker en weten ze dat vetten en andere voedingsstoffen ook niet zo goed zijn bij suikerziekte. Diabetes mellitus betekent 'zoete doorloop' en dat verwijst naar de smaak van de urine van mensen met deze ziekte. Zoet vanwege de suiker. Gelukkig voor schrijver dezes zijn er tegenwoordig andere tests om de diagnose mee te stellen.

Heb je suikerziekte dan kun je de suiker in je bloed niet afbreken en plas je het uit. Je kunt de suiker niet afbreken omdat je geen insuline meer aanmaakt en insuline is de stof die suiker vastpakt en naar de verbrandingsenzymen in je lichaam vervoert. In je alvleesklier liggen de Eilandjes van Langerhans en die maken zodra je gaat eten die insuline aan. Zijn die eilandjes kapot – vaak omdat je afweersysteem hen per vergissing aangevallen heeft – dan heb je geen of weinig insuline en dus een overschot aan suiker. Je verbrand die suiker niet, het blijft in je aderen stromen.

De eerste symptomen zijn veel plassen (je nieren proberen braaf die zoete urine te verdunnen) en daarom ook veel dorst krijgen. De volgende stappen zijn eigenlijk het gevolg van het feit dat je lichaam vol met suiker zit, maar het niet kan gebruiken. Je wordt zwak en krijgt allerlei rare klachten.

Ouderdomssuikerziekte wordt door artsen de stille epidemie genoemd, omdat het ontzettend in opkomst is en je er ten eerste niet veel over hoort en ten tweede omdat het een aandoening is die vaak niet opgemerkt wordt. Ouderdomssuikerziekte geeft ook vaak geen klachten omdat het zo geleidelijk ontstaat. Maar de gevolgen zijn vreselijk. De kans om blind te worden is enorm en de kans om een hartinfarct te krijgen verdrievoudigt met suikerziekte. Om van de etalagebenen, hersenbloedingen en nierklachten nog maar te zwijgen.

De behandeling van ouderdomssuikerziekte bestaat uit verandering in levensgewoonten zoals voeding en roken en meestal ook uit pillen. Die pillen maken je cellen gevoeliger voor dat kleine beetje insuline dat je nog over hebt. Zijn pillen niet meer effectief dan schrijft de huisarts insuline-inspuitingen voor. Je spuit de insuline die je lichaam zelf niet meer voldoende aanmaakt in en dat zorgt er dan weer voor dat je suiker afgebroken wordt. Suikerziekte type I kan al op heel jonge leeftijd beginnen. Daarbij helpen pillen niet, daar komen gelijk inspuiting aan te pas.

Suikerziekte is een nare ziekte met nare gevolgen. Het is dus belangrijk op het niet te krijgen. Beweeg lekker veel, rook niet en zorg dat je niet te zwaar wordt. Dat voorkomt ouderdomssuiker. Maar laat na je vijftigste ook nu en dan eens checken of het suikergehalte in je bloed niet te hoog is.