StadsWeb

Stad meer dan droag brôôd

Content

StadsWeb

De bushaltes in Stad aan ’t Haringvliet zijn geschrapt. Eerder vertrokken al de slager, de bakker en de supermarkt. Inwoners vrezen een isolement. ‘Zonder auto ben je hier aan de goden overgeleverd.’

Passagiers in een bus
Middelbare scholieren zijn afhankelijk van de bus naar Middelharnis. Beeld Werry Crone

Het was een ritje van niks. De chauffeur stuurde bus 635 eerst de Molendijk op richting de Achterdijk, dan linksaf door de Nieuwstraat en daarna weer linksaf, over de Vrouwtjesweg het dorp weer uit. Onderweg drie haltes, enkele minuten werk.

Dat was toen. Sinds begin dit jaar zijn deze haltes van lijn 635 in Stad aan ’t Haringvliet geschrapt uit de dienstregeling. De bus tussen Ooltgensplaat en Middelharnis rijdt nu een kortere route. Wie in Stad aan ’t Haringvliet woont heeft pech. Of, in de woorden van inwoner Piet Diepenhorst: “Zonder auto ben je hier aan de goden overgeleverd.”

De plaatsnaam suggereert iets groots en meeslepends, in werkelijkheid is Stad aan ’t Haringvliet een dorpje met iets meer dan vijftienhonderd inwoners, een stip op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee. Er staan twee kerken, een gereformeerde en een hervormde. Er zijn twee basisscholen, een openbare en een christelijke. Er is een crèche, een jachthaventje, een klein strand en een voetbalclub. Verder is er niets dan stilte. Er is geen supermarkt, geen bakker, geen slager, geen enkel café of restaurant. En sinds begin dit jaar dus ook geen bus 635 meer.

‘We verliezen de verbinding’
Op een doordeweekse ochtend treffen Piet Diepenhorst en Hans van der Schraaf elkaar. Diepenhorst is verbonden aan de dorpsraad van Stad aan ’t Haringvliet, Van der Schraaf aan de dorpsraad van Ooltgensplaat. Ook in die plaats trekt het openbaar vervoer zich steeds verder terug, ten faveure van de auto. Het stoort de mannen mateloos. “De bus zou een nutsvoorziening moeten zijn”, zegt Van der Schraaf. “We verliezen de verbinding met de rest van het eiland.”

Om zijn woorden te begrijpen is het noodzakelijk om te weten hoe Goeree-Overflakkee eruit ziet. Over het eiland loopt tussen oost en west een hoofdweg, als een soort aorta. Die voert langs de grootste plaatsen, zoals Oude-Tonge, Middelharnis en Ouddorp. Daar komt de bus nog geregeld. De kleinere dorpskernen aan de randen van het eiland, zoals Stad aan ’t Haringvliet, Herkingen en Ooltgensplaat, liggen kilometers van die aorta verwijderd. Wie daar op het openbaar vervoer is aangewezen heeft een probleem.

Bus bij kerk in Stad
Kleine busjes die twee uur vooraf moeten worden gereserveerd zijn in de plaats gekomen van de streekbus. Regelmatig is er geen plaats. Beeld Werry Crone

Piet Diepenhorst neemt de verslaggever mee op toer. Met de auto, vanzelfsprekend. Stad aan ’t Haringvliet wil een duurzaam dorp zijn, vertelt hij onderweg. In de omgeving staan rijen met windmolens. Er wordt hard gewerkt aan een nieuwbouwwijk, met voor het grootste deel gasloze huizen. Een van de woningen werd tijdelijk verwarmd met waterstof, als experiment. Diepenhorst benadrukt: “Stad aan ’t Haringvliet heeft grote groene ambities”. Om er, haast gedesillusioneerd, aan te voegen: “Dat valt natuurlijk niet te rijmen met het verdwijnende busvervoer.”

Meer parkeerplaatsen dan woningen
Die nieuwbouwwijk telt meer parkeerplaatsen dan woningen. Het is een bekend verschijnsel, niet alleen op het platteland, ook in de meer landelijke gebieden rond de steden. Het openbaar vervoer, de bus in het bijzonder, heeft het zwaar. Sinds het uitbreken van de coronacrisis, in maart 2020, loopt het aantal passagiers terug, waardoor het verdienmodel van de vervoersbedrijven onder druk staat. Het gevolg: lijnen worden geschrapt of ingekort, bushaltes verdwijnen. Nog meer dan anders is de (vaak vervuilende) auto het enige alternatief. Zeker nu de Nederlandse Spoorwegen zuchten onder personeelsgebrek en te korte treinen laten rijden. Reizigers klagen over uitpuilende coupés. De files op de snelwegen breken records.

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) concludeerde eind oktober na onderzoek dat vervoersbedrijven vooral bezig zijn met het omzeilen van files en met passagiers zo efficiënt mogelijk van A naar B brengen. Ze hebben daardoor te weinig aandacht voor bepaalde groepen (ouderen, scholieren, armeren) die moeite hebben om naar het winkelgebied of school te komen. Voor mensen buiten de Randstad is de achterstand het grootst, in het bijzonder in de daluren.

Het PBL analyseerde dat een derde van de ouderen zonder auto niet in staat is om binnen een half uur een ziekenhuis te bereiken. 15 procent van deze mensen lukt dat ook niet binnen 45 minuten. Wie is aangewezen op het openbaar vervoer heeft ook minder sociale contacten dan anderen, trekt er minder vaak op uit. Dreigend gevolg: slechtere gezondheid en eenzaamheid. Onderzoekers hebben er zelfs een speciaal woord voor: vervoersarmoede.

Verdwenen bushaltes
Dit probleem is algemeen bekend, ook op het Binnenhof maken politici zich zorgen. De PvdA-fractie in de Tweede Kamer opende eind vorig jaar een meldpunt voor mensen die het openbaar vervoer langzaam uit hun leven zien verdwijnen. Kamerlid Habtamu de Hoop ontving onder andere reacties uit Wommels, Lochem, De Ronde Venen, Lage Vuursche, Nieuwegein, Beetgumermolen. Ze gaan over verdwenen bushaltes, versoberde dienstregelingen, ov-verbindingen die slecht op elkaar aansluiten. De PvdA presenteert binnenkort, samen met GroenLinks, een bredere ‘ov-visie’, met mogelijke oplossingen voor de verkeersarmoede.

Maar het is de vraag of dit tij nog te keren is. Het ziet er niet naar uit dat het aantal passagiers in streekbussen snel weer zal stijgen, waardoor de kans bestaat dat vervoersbedrijven verder gaan snijden in de service. Daardoor wordt het openbaar vervoer nog minder aantrekkelijk, met nog minder reizigers tot gevolg. Het is een moeilijk te doorbreken vicieuze cirkel.

Gedeputeerde Frederik Zevenbergen van de provincie Zuid-Holland, verantwoordelijk voor vervoer, zegt: “Het laatste dat we willen is de bus versoberen.” Maar, vult hij aan: “Soms kun je niet anders.” Zevenbergen legt uit dat op het eiland Goeree-Overflakkee het aantal passagiers in het openbaar vervoer is gehalveerd sinds de geboorte van het coronavirus. Vervoersbedrijven kunnen het zich niet permitteren om lege of zo goed als lege bussen rond te laten rijden. Snijden in de dienstregeling is dan de meest voor de hand liggende oplossing.

Molen op Stad
De Molendijk in Stad aan ’t Haringvliet. Zoals in veel plattelandsdorpen staan de voorzieningen er op de tocht. Ook de streekbus doet het dorp niet meer aan. Beeld Werry Crone

Op de leefbaarheid letten
De provincie en vervoersbedrijf Connexxion hebben wel een alternatief bedacht. Op gezette tijden rijden er nu kleine busjes door dorpjes zoals Stad aan ’t Haringvliet. Acht personen passen er in, meer is niet mogelijk. Het is tenminste iets, vindt de gedeputeerde. “In dit dorp is de bakker al weg, de slager en supermarkt ook. We moeten goed op de leefbaarheid letten.”

Dat busje, lijn 135, rijdt tussen Ooltgensplaat en Middelharnis, van 06.30 tot 18.30 uur. Wie ’s avonds met de bus wil moet er eentje bestellen. ‘Ov op maat’, heet dat. Het is wel noodzakelijk dat je minimaal twee uur van tevoren telefonisch reserveert. Spontaan de bus nemen is onmogelijk.

Begin tegen de mannen van de dorpsraden over lijn 135 en ze overladen je met klachten. De busjes zitten te snel vol waardoor reizigers niet kunnen instappen. Of de chauffeur komt helemaal niet opdagen. “Dit is geen oplossing”, zegt Piet Diepenhorst.

In Stad aan ’t Haringvliet wonen forenzen die voor hun werk naar Rotterdam of richting Zeeland gaan. Een auto is essentieel voor hen. Er wonen ook tieners die dagelijks naar Middelharnis moeten, de enige plek op het eiland met voortgezet onderwijs. Omdat Stad aan ’t Haringvliet bijna aan het einde van de rit zit, is bus 135 regelmatig vol als die het dorp aandoet. Bij de dorpsraad zijn voldoende verhalen bekend van scholieren die werden geweigerd en daardoor school moesten missen. Diepenhorst vertelt dat een Oekraïens gezin in het dorp, niet in het bezit van een auto, de afgelopen twee weken drie keer niet met het busje mee kon.

Jongeren keren niet terug
De dorpsraden zijn, in de beste Hollandse traditie, een petitie gestart die door bijna 1200 mensen is ondertekend. Hun inzet: fatsoenlijk busvervoer op het eiland. En in het bijzonder de terugkeer van lijn 635 door Stad aan ’t Haringvliet. Er staat veel op het spel, zegt Hans van der Schraaf uit Ooltgensplaat. “Op deze manier zal de jeugd nooit het openbaar vervoer leren waarderen. Zodra jongeren gaan studeren buiten het eiland keren ze echt niet meer terug.”

Afgelopen augustus heeft een regiodirecteur van Connexxion samen met de gedeputeerde van de provincie de petitie in ontvangst genomen. Drie maanden later hebben de dorpsraden nog geen officiële reactie ontvangen. “Die komt echt nog”, belooft de woordvoerder van Connexxion. Alle klachten worden nu geïnventariseerd, dat kost volgens het vervoersbedrijf enige tijd.

Molen op Stad
Stad aan ’t Haringvliet. Beeld Werry Crone

Connexxion is op de hoogte van de problemen met de te volle busjes. “Lijn 135 is geen scholierenlijn”, zegt de woordvoerder. Wie naar de middelbare school in Middelharnis wil, moet eigenlijk de grote bus 635 nemen. De dorpsraden willen daarom dat er in ieder geval een halte aan de rand van het dorp komt, op de huidige route van de bus. Die hoeft er dus niet eens voor om te rijden. Er is zelfs een geschikte plek gevonden, aan de Lieve Vrouwepoldersedijk. Connexxion ziet geen bezwaren, de provincie evenmin, maar de gemeente Goeree-Overflakkee gaat over het aanwijzen van bushok-locaties en daar stijgt nog geen witte rook op. Zo zakt het gevecht om goed openbaar vervoer weg in het bureaucratische moeras.

Vrijwilligers in plaats van professionele chauffeurs
Ondertussen houden de dorpsraden hun hart vast voor de volgende ingreep van Connexxion. Het bedrijf wil vanaf volgend jaar de kleine busjes laten besturen door vrijwilligers in plaats van door professionele chauffeurs. De vervoerder ziet geen andere optie, omdat in 2023 de speciale coronasteun van het Rijk wegvalt. Volgens de woordvoerder van Connexxion hebben zich inmiddels voldoende mensen aangemeld die de busjes willen besturen.

Zo wordt het toch al gebrekkige openbaar vervoer op het eiland nog fragieler, vinden Piet Diepenhorst en Hans van der Schraaf. Hoe zeker kun je zijn dat een busje altijd rijdt als de bestuurder vrijwillig rondrijdt? Bovendien, zegt Van der Schraaf: “Het is slecht voor de lokale economie, die toch al niet denderend is. Vrijwilligers zorgen voor verdringing op de arbeidsmarkt. Waar ik vooral tegenaan hik is dat de provincie en de gemeente geen enkele visie hebben voor ons eiland. Waar staan de kleine dorpskernen over vijf of tien jaar? Nog even en alle leefbaarheid is hier verdwenen.”

Diepenhorst: “Ik ben geboren en getogen in Stad aan ’t Haringvliet. Ik herinner me nog dat hier drie bakkers waren, twee slagers en drie supermarkten. Die tijd komt nooit meer terug, dat is niet erg. Maar wat er nu met onze bus gebeurt is zeer zorgelijk. Hoe is het mogelijk dat je iets weghaalt zonder een alternatief te bieden? Hebben ze enig idee wat ze ons aandoen?”